Hiermee kunt u de boven- of onderkant van een afbeelding elke breedte geven. Niet beschikbaar omdat u eerst een rechthoekig gebied moet selecteren.

Hiermee kunt u de boven- of onderkant van een afbeelding elke breedte geven door een van de handgrepen die na het kiezen van dit commando verschijnen, te verslepen.

Hiermee kunt u een afbeelding in elke richting vervormen. Niet beschikbaar omdat u eerst een rechthoekig gebied moet selecteren.

Hiermee kunt u een afbeelding in elke richting vervormen door een van de handgrepen die na het kiezen van dit commando verschijnen, te verslepen.

Hiermee kunt u een afbeelding naar links of naar rechts laten hellen. Niet beschikbaar omdat u eerst een rechthoekig gebied moet selecteren.

Hiermee kunt u een afbeelding naar links of naar rechts laten hellen door een van de handgrepen die na het kiezen van dit commando verschijnen, te verslepen.

Hiermee kunt u een afbeelding roteren. Niet beschikbaar omdat u eerst een rechthoekig gebied moet selecteren.

Hiermee kunt u een afbeelding roteren door een van de handgrepen die na het kiezen van dit commando verschijnen, te verslepen.

Hiermee zorgt u dat er terwijl u sleept meervoudige figuren worden getekend. Kies dit commando opnieuw om 'Teken in meervoud' uit te schakelen.

Hiermee zorgt u dat er terwijl u sleept meervoudige figuren worden getekend.

Hiermee zorgt u dat vormen vanuit het punt waar u begint te slepen worden getekend. Kies dit commando opnieuw om 'Teken vanuit centrum' uit te schakelen.

Hiermee zorgt u dat vormen vanuit het punt waar u begint te slepen worden getekend.

Hiermee zorgt u dat vormen met het huidige patroon worden opgevuld terwijl ze worden getekend. Kies dit commando opnieuw om 'Teken met patroon' uit te schakelen.

Hiermee zorgt u dat vormen met het huidige patroon worden opgevuld terwijl ze worden getekend.

Hiermee kunt u een vorm voor het Regelmatige veelhoek-symbool kiezen.

Hiermee kunt u het huidige patroon bewerken.

Hiermee laat u een palet verschijnen waarin u de kwastvorm kunt kiezen.

Tip. Als u heel precies wilt gummen, kiest u een zo klein mogelijke kwastvorm en houdt u de Command-toets ingedrukt terwijl u sleept.

Hiermee laat u een palet verschijnen waarin u de dikte van lijnen en randen kunt bepalen.

De sneltoetsen zijn nu ingeschakeld. Kies dit commando opnieuw om de sneltoetsen uit te schakelen.

Hiermee kunt u via het toetsenbord schetsbewerkingen uitvoeren.

Voorbeelden:
Met "s" kunt u een afbeelding selecteren.
Met "t" kunt u een geselecteerd gedeelte doorzichtig maken.

Opmerking. Het berichtvenster mag niet zichtbaar zijn.

U bevindt zich nu in de loepweergave.
Kies dit commando opnieuw om terug te gaan naar de normale weergave.

Hiermee vergroot u de weergave van de kaart zodat u met de schets-symbolen afbeeldingen pixel voor pixel kunt wijzigen. Kies dit commando opnieuw om terug te gaan naar de normale weergave.

Hiermee zorgt u dat schetstekst en getekende lijnen en vormen op onzichtbare rasterlijnen komen te staan. De ruimte tussen de rasterlijnen bedraagt 8 pixels. Kies dit commando opnieuw om het raster uit te schakelen.

Hiermee zorgt u dat schetstekst en getekende lijnen en vormen op onzichtbare rasterlijnen komen te staan. De ruimte tussen de rasterlijnen bedraagt 8 pixels.

Opties-menu

Met de commando's in dit menu verandert u de werking van de schets-symbolen, bepaalt u hoe vormen worden getekend en kunt u een gedeelte van een afbeelding uitvergroten.